De Domtoren
Met 112 meter en 32 centimeter is de Domtoren de hoogste kerktoren van Nederland. Dit machtssymbool van het Utrechtse Domkapittel, gebouwd tussen 1321 en 1382, is hét kenmerk van de stad Utrecht: het is niet voor niets dat men spreekt over de Domstad. Achter de muren bevindt zich een haast onovertroffen klokkenpracht van 14 luidklokken, 50 carillonklokken, 2 oefen-luidklokjes en een kindercarillon van 20 klokjes.
Geschiedenis tot 1600
Al tijdens de bouw van de toren werden er twee klokken in een (tijdelijke) klokkenstoel gehangen. Na het voltooien van de berchvrede, de grote houten klokkenstoel, werden er diverse klokken geplaatst, waaronder een maar liefst 18.000 pond wegende klok met de naam Kostverloren.
Aan het eind van de vijftiende eeuw was er opvallend veel onderhoud nodig aan de toenmalige luidklokken, die geen eenheid van klank vormden. Het Domkapittel besloot ter vervanging hiervan een groots gelui van 12 klokken te laten gieten door Geert van Wou. Hij beschikte over de techniek en kennis om een klok op toon te gieten, iets dat in die tijd een noviteit was. Hierdoor kon men de klokken dus niet alleen luiden, maar er ook eenvoudige melodieën op beieren (het met behulp van touwen de klepels tegen de klokwand laten slaan). Terwijl Van Wou in 1505 een begin maakte met het gieten in zijn tijdelijke werkplaats ter hoogte van de huidige Stadsschouwburg, kwam het Domkapittel met een planwijziging: er zou nog een dertiende klok gegoten worden, hetgeen bij het beieren voor veel extra mogelijkheden zorgde.
Om het enorme gewicht van meer dan 30.000 kilo te kunnen dragen, moest de klokkenstoel worden vernieuwd. Deze berchvrede uit 1505 zou pas tijdens de grote torenrestauratie (1901-1931) worden vervangen door een exacte kopie van Borneo-teak. Het hout van de oude klokkenstoel kreeg een nieuwe bestemming in diverse meubels in het ontvangstgebouw van de Domtoren. Op 22 februari 1506 luidden de dertien nieuwe klokken voor het eerst samen en bezat het Domkapittel de grootste klokkenreeks van die tijd.
Geschiedenis van 1600 tot 1945
Na de Reformatie kwam er een einde aan de enorme klokkenrijkdom in Utrecht. Vele kerken werden gesloten en klokken werden omgesmolten. De beiaardkunst nam in die tijd echter een vlucht en de Domtoren bestelde een carillon van 35 klokken bij de beste gieters van die tijd: de broers François en Pieter Hemony. De zes grootste luidklokken van Van Wou zouden met dit carillon verbonden worden. De zeven kleinere klokken werden rond 1663 afgetakeld; de Agnes Major werd opgehangen in de Mariakerk en de andere klokken werden omgesmolten als onderdeel van de betaling voor het nieuwe carillon. Eén klein klokje mocht blijven hangen in de Domtoren: de Jezus-Maria-Johannes van Van Wou uit 1506, die oorspronkelijk geen deel uitmaakte van het Domgelui en daar na de Reformatie is opgehangen.
De toren ondervond weinig schade van de grote storm in 1674, maar het instorten van het middenschip van de Domkerk had tot gevolg dat de toren voorgoed van de kerk gescheiden werd.
De overgebleven zeven luidklokken van de toren hebben in de daaropvolgende eeuwen diverse dreigingen doorstaan, zoals het plan tot afbreken van de toren na de storm van 1836, een brand op de luidzolder in 1917 en de vrees dat de klokken tijdens de Tweede Wereldoorlog, net als een groot deel van de Nederlandse klokken, in Duitse smeltovens zouden verdwijnen.
Geschiedenis van 1945 tot heden
In 1982 werd door het Utrechts Klokkenluiders Gilde het initiatief genomen de in de zeventiende eeuw verdwenen luidklokken opnieuw te laten gieten voor het 600-jarig bestaan van de Domtoren. Onder aanvoering van Sjoerd van Geuns (UKG) en Willem Meijnen (UKV) en met de technische gegevens van André Lehr (Koninklijke Eijsbouts) konden dankzij de financiële hulp van enkele bedrijven en burgers van de stad zeven nieuwe klokken worden gegoten. In december 1989 werd de Jezus-Maria-Johannesklok, die in 1982 naar de Egmondkapel was verplaatst, als veertiende luidklok aan het Domgelui toegevoegd.
Bij iedere luiding is het een luider van het Utrechts Klokkenluiders Gilde die met trots het klokkentouw van de klinkende klok in handen heeft.
Klokken
Naam klok | Slagtoon | Ø [cm] | Gewicht [kg] | Gieter | Gietjaar |
Salvator | Fis 0 | 227 | 8227 | Geert van Wou | 1505 |
Maria | Gis 0 | 203 | 5915 | Geert van Wou | 1505 |
Martinus | Ais 0 | 182 | 4273 | Geert van Wou | 1505 |
Michaël | B 0 | 170 | 3343 | Geert van Wou | 1505 |
Johannes Baptist | Cis 1 | 153 | 2398 | Geert van Wou | 1505 |
Maria Magdalena | Dis 1 | 136 | 1655 | Geert van Wou | 1505 |
Agnes Maior | E 1 | 127 | 1305 | Eijsbouts | 1982 |
Agnes Minor | Eis 1 | 122 | 1146 | Eijsbouts | 1982 |
Poncianus | Fis 1 | 114 | 942 | Eijsbouts | 1982 |
Kruisklok | Gis 1 | 102 | 662 | Eijsbouts | 1982 |
Beningnus | Ais 1 | 91 | 467 | Eijsbouts | 1982 |
Thomas | B 1 | 85 | 396 | Eijsbouts | 1982 |
Adrianus | Cis 2 | 76 | 281 | Eijsbouts | 1982 |
Jezus MJ. | B 1 | 82 | 392 | Geert van Wou | 1506 |
Uitgebreide informatie over de klokken vind je hier.
Word klokkenluider
Wil je ook de klokken van Utrecht luiden? Word hier lid van het Utrechts Klokkenluiders Gilde
Meer informatie | Kerken kijken Domkerk | |
Gebruiker(s) | City Pastoraat | |
Monumenten nummer | 35973 | |
Locatie | Zie hier |