De Jacobitoren
De eerste vermelding van de Jacobikerk, gewijd aan apostel Jacobus de Meerdere, komt uit de tweede helft van de twaalfde eeuw. De romaanse kerk werd in de dertiende eeuw flink uitgebreid en verbouwd tot gotische kerk. In 1300 werd ook de toren vervangen. De klokken werden in de tweede (tevens bovenste) geleding gehangen. In 1350 werd de toren verhoogd met twee geledingen tot de huidige hoogte. Op de toren verscheen een naaldspits, waardoor het geheel 73 meter hoog werd. De kerk werd in de vijftiende eeuw flink groter, waardoor de toren in de kerk kwam te staan.
Omstreeks 1500 hingen er vijf klokken in de toren, waarvan de grootste de Salvatorklok was. Deze klok van 8000 pond werd in 1479 door de Utrechtse klokkengieter Steven Buttendiic gegoten en diende als luidklok en slagklok voor de hele uren. Toen er in 1505 nieuwe klokken voor de Domtoren werden gegoten, verplaatste men de oude bisschopsklok en de Mariaklok naar de Jacobitoren. Deze werden in een aparte klokkenstoel boven de reeds aanwezige klokken opgehangen. De Mariaklok werd ook verbonden met het uurwerk en zij sloeg vanaf dat moment de halve uren. Beschietingen vanuit de nabijgelegen burcht Vredenburg veroorzaakten veel schade aan de Jacobitoren en -kerk. Om het herstel te bekostigen, werd een groot deel van de aanwezige klokken van de hand gedaan. De Salvatorklok en de Mariaklok bleven, net als drie andere klokken waarvan nadere gegevens ontbreken.
In 1630 kreeg de toren aan de zuidzijde van de spits een torentje met enkele speelklokken, die in 1652 vervangen werden door een carillon van de gebroeders Hemony. Dit viel tijdens de storm van 1674 door het dak van de kerk, net als de naaldspits. Vanwege de enorme schadepost en de lege schatkist van de stad kwam er geen nieuw carillon.
Aan het begin van de negentiende eeuw hing alleen de Salvatorklok nog in de toren. Om een handzame (lichtere) luidklok en een slagklok voor de halve uren voorhanden te hebben, werd de Andreasklok (Jan Tolhuys, 1556) van de Buurtoren naar de Jacobitoren verplaatst.
Deze klok werd op 9 februari 1943 in opdracht van de Duitsers uit de toren verwijderd met als bestemming de Hamburgse smeltovens. De Salvatorklok mocht als monumentale klok blijven. De Andreasklok overleefde de oorlog en keerde na vele omzwervingen in januari 1946 terug. Terughangen in de toren was op dat moment niet mogelijk: de toren onderging sinds 1943 een grondige restauratie, waarvan het eind nog lang niet in zicht was. Toen de toren in 1953 een nieuwe spits kreeg, werd duidelijk dat er voorlopig geen klokken in de toren geplaatst zouden worden. Een belangrijke reden was het verwijderen van de klokkenstoel aan het begin van de restauratie. Stadstimmermeester en klokkenluider Evert Oldenhof wist van de opgeslagen delen een nieuwe klokkenstoel te construeren, waarin de klokken in 1961 konden worden opgehangen. Naast de Salvatorklok en de Andreasklok werden de Mariaklok (Jan Tolhuys, 1534) uit de Buurtoren en de Mariaklok (Antonis van der Borch, 1559) uit de Nicolaïkerk hier opgehangen.
De toen aangebrachte luidmotoren weigerden regelmatig dienst en vanaf 1981 werden de klokken steeds vaker handmatig geluid door leden van het Utrechts Klokkenluiders Gilde. In de jaren tachtig kregen de plannen gestalte om het middeleeuwse Buurgelui te herstellen. Om dit mogelijk te maken werden de drie klokken van de pas gesloten Johannes de Doperkerk in Hoograven aangekocht: de Maria (1954), de Johannes Baptist (1953) en de Joseph (1954) van Petit & Fritsen. Deze werden in plaats van de Andreas en de twee Mariaklokken in de Jacobitoren gehangen. Om het muzikale gat tussen de Salvatorklok en deze drie klokken te dichten, werd in 1992 door klokkengieterij Eijsbouts de grootste Utrechtse luidklok sinds de Reformatie gegoten: de 2255 kilo wegende Jacobsklok. Dit prachtige gelui van vijf klokken wordt sinds die tijd door de luiders van het Utrechts Klokkenluiders Gilde ten gehore gebracht.
Naam klok | Jaar | Diameter | Gewicht | Toon: | Gieter |
Salvator | 1479 | 182,0 cm | 4000 Kg | A0 | Steven Butendiic |
Jacob | 1992 | 153.7 cm | 2250 Kg | C 1 | Eijsbouts |
Maria | 1954 | 115.7 cm | 940 Kg | F 1 | Petit & Fritsen |
Johannes Baptist | 1953 | 103,5 cm | 690 Kg | G 1 | Petit & Fritsen |
Jozef | 1954 | 92,2 cm | 490 Kg | A 1 | Petit & Fritsen |
Uitgebreide informatie over de klokken vind je hier.
Wil je ook de klokken van Utrecht luiden? Word hier lid van het Utrechts Klokkenluiders Gilde

Meer informatie
Kerken Kijken Jacobikerk
Gebruiker(s)
Protestantse wijkgemeente Jacobikerk
Monumentennummer
36148
Locatie
Zie hier