Maandag 11 november 2019. Het regent en het is donker. Langs de Utrechtse huizen trekken groepjes kinderen met lampionnen, ze bellen aan en zingen het oude lied van Sint Maarten. In het Academiegebouw op het Domplein komt het UKG bijeen. Traditiegetrouw eren zij hun patroonheilige.
Welkom
Voorzitter Theo Poort heet hun welkom, hij blikt terug op het afgelopen jaar en vermeldt dat het Gilde op de drempel staat van haar 40 jarig bestaan. Het werd nl. op 24 december 1979 opgericht. Er worden twee jeugdluiders gecertificeerd. Trots nemen Alex van der Meer (9 jaar) en Job Wybenga (11 jaar) hun diploma in ontvangst.
Wouter Harbers, een jonge pianist, verzorgt op de piano de intermezzo’s. En hij doet dat bekwaam met steeds een humoristische toelichting. Wilt u meer weten van deze musicus, bezoek zijn website.
Causerie
Theo Poort introduceert de spreker van deze avond: prof. dr. F.P. (Frits) van Oostrom, neerlandicus-mediёvist. Professor Van Oostrom draagt zijn “causerie” op aan zijn onlangs geheel onverwacht overleden leermeester dr W.P. Gerritsen. De hoogleraar is geboren en getogen in de Domstad en is zodoende vele jaren in de buurt geweest van de klokken van de Domtoren, die nog steeds veel betekenis voor hem hebben.
Klokken waren ooit erg belangrijk in het leven van mensen. Hij citeert uit Herfsttij der Middeleeuwen van Johan Huizinga: “De klokken waren in het dagelijks leven als waarschuwende goede geesten, die met bekende stem dan rouw, dan blijdschap, dan rust, dan onrust kondigden, dan opriepen, dan vermaanden”. Professor Van Oostrom trakteert de fijnproevers onder zijn gehoor op een keur van middeleeuwse geschriften die verwijzen naar de figuur van Sint Maarten. Wonderlijk genoeg is aan de figuur van Sint Maarten in de Nederlandse letterkunde nog nooit speciaal aandacht besteed. Tenslotte slaat de hoogleraar een brug tussen de eeuwenoude klokken en Sint Maarten in de vorm van een gedicht van Ida Gerhardt:
HET CARILLON
Ik zag de mensen in de straten,
hun armoe en hun grauw gezicht, –
toen streek er over de gelaten
een luisteren, een vleug van licht.
Want boven in de klokkentoren
na ’t donker-bronzen urenslaan
ving, over heel de stad te horen,
de beiaardier te spelen aan.
Valerius : – een statig zingen
waarin de zware klok bewoog,
doorstrooid van lichter sprankelingen,
‘Wij slaan het oog tot U omhoog.’
En één tussen de naamloos velen,
gedrongen aan de huizenkant
stond ik te luistr’ren naar dit spelen
dat zong van mijn geschonden land.
Dit sprakeloze samenkomen
en Hollands licht over de stad –
Nooit heb ik wat ons werd ontnomen
zo bitter, bitter liefgehad.
Oorlogsjaar 1941
Sint Maartensgift
Alma van Bommel vervangt penningmeester Bram van der Wees bij de uitreiking van de traditionele Sint Maartensgift, die deze keer naar het Alzheimer Café in het Bartholomeus Gasthuis gaat. Dorien Raymakers, voorzitter Alzheimer Nederland, Stad Utrecht, neemt de cheque van 500 euro dankbaar in ontvangt. De aanwezigen zullen het bedrag middels de
collectebus aan de uitgang ( en de nagekomen giften) nog met ruim 900 euro meer dan verdubbelen. In totaal: 1432,85.
Na de bijeenkomst in de aula wordt Utrecht getrakteerd op de Grote Sint Maartensluiding, die deze keer ook op beeld in het Pandhof naast de Domkerk te volgen is. Dat komt goed uit, want op het Domplein is het erg nat. We zien de luiders op hun zolder onder leiding van luidmeester van dienst: Jesse Oostermann, in actie.
De avond wordt besloten in de Domtoren met noten, mandarijnen en bisschopswijn. Voordat voorzitter Poort een toast uitbrengt op het Gilde certificeert hij nog drie aspiranten tot klokkenluider.
(foto’s: Wilbert vd Hulst)